Het was ergens eind vorig jaar dat de Yerke Junior-werkgroep bij oud-schooldirecteur en kinderboekenschrijver Thys Wadman aanklopte met de vraag of hij een kinderboek over de avonturen van de reis van Sterke Yerke III wilde schrijven. “Daar hoefde ik niet lang over na te denken, ondanks er wel een strakke deadline achter zat. Dat ben ik niet gewend, normaal heb ik alle tijd.”
De opdracht die de schrijver kreeg om het boek te schrijven was heel breed. Er was ruimte om een eigen invulling te geven aan het verhaal. Daarvoor kon Wadman gebruikmaken van de dagboeken en logboeken van de reis van Sterke Yerke III. Samen met een werkgroep, met daarin Johan Dalstra, Guus Schweigman, Frits Riemersma en Jildou Visser, kwam hij eerst een paar keer bijeen. Thys Wadman: “Ik heb vrij snel een opzet gemaakt voor het verhaal. De vraag die ik kreeg was een verhaal schrijven voor kinderen over de reis van Sterke Yerke III, maar dat heb ik wat losgelaten. Ik heb de reis als rode lijn gebruikt door het boek.” Hij vertelt ook over de rol van de werkgroep: “De eerste keer keek ik wel een klein beetje tegen de mannen (oud-bemanningsleden van Sterke Yerke III) op. Ik vond het wel heel bijzonder hoe we er met elkaar aan gewerkt hebben. Zij zorgden voor de verhalen en informatie over de reis. Maar inhoudelijk hebben zij zich er helemaal niet mee bemoeit. Ze waren van het begin af aan erg enthousiast.”
Jongen raakt geïnspireerd door het verhaal van Sterke Yerke III
Thys: “Ik heb een verhaal gemaakt over een jongen die in aanraking komt – letterlijk en figuurlijk – met een wat oudere man. Deze man, Douwe, is in de fase van zijn leven dat hij wat gaat opruimen. En daarmee haalt hij zijn Sterke Yerke-verleden op: als verzameling van artikelen, kranten en meer. Tjerk, de hoofdpersoon van het boek, gaat hem daarbij helpen en raakt ook in de ban van de belevenissen. Tjerk wilde een boomhut gaan bouwen, maar besluit, doordat hij met Douwe en het verhaal van Sterke Yerke III in aanraking komt, een vlot te bouwen. Daarbij helpt Douwe hem dan weer.”
De reis verweven in de verhaallijn
Thys Wadman heeft er bewust voor gekozen om voor het boek te werken met een fictieve verhaallijn en niet bestaande karakters. Hij legt uit hoe hij er toch voor zorgt dat het verhaal met het boek verweven is: “In Douwe zie je kenmerken van de vier bemanningsleden terug. Maar Douwe is niet één van hen, maar van allen een beetje.” Ook het verhaal van de bemanning en de reis komt in het boek terug. “Tjerk houdt in het boek een spreekbeurt en daar heeft hij natuurlijk geen trek in,” vertelt Thys, “maar uiteindelijk vertelt hij het verhaal van Sterke Yerke. Zo krijgen de lezers het verhaal nog een keer kort te horen.” Daarnaast zijn er nog een aantal foto’s van de reis, een kaart met de route en wat extra informatie in het boek verwerkt. “Dat heb ik verpakt als het fotoboek van Douwe, zo kunnen de kinderen de reis ook nog nazoeken.”
Friese en Nederlandse editie
Het boek verschijnt zowel in het Fries (Nee hast, ja kinst krije – It ferhaal fan De Lytse Yerke) als in het Nederlands (Nee heb je, ja kun je krijgen – Het verhaal van De Lytse Yerke) en is geïlustreerd Wim Swart, die Thys Wadman zelf aandroeg. Alle 430 basisscholen in Friesland ontvangen een Fries en een Nederlands exemplaar.
Wadman: “Ik heb eerst de Friese editie geschreven en die heb ik vertaald naar het Nederlands. Het vertalen is een hele klus. Elke zin moet je opnieuw bekijken en er opnieuw over nadenken. Je kunt het niet één-op-één omzetten. Dus dat was nog een hele uitdaging met de strakke deadline die er stond.”
Hij vervolgt: “Er zijn er heel veel gedrukt. Een oplage waar je als schrijver van droomt. Het boek wordt verspreid onder scholen, maar is ook in een aantal lokale boekwinkels verkrijgbaar. Het eerste boek voor scholen wordt op vrijdag 3 september overhandigd op De Feart in Jubbega.”
Jeugdboek over een avontuur als een jongensboek
Het was een project dat op het juiste moment op zijn pad kwam: “In september is mijn vorige boek verschenen. En ik was net met prepensioen gegaan, zodat ik wat meer tijd heb om te vullen met muziek en schrijven. En wat is er nu mooier dan van een avontuur als een jongensboek een jeugdboek te mogen schrijven?”